St. Matthiaskerk te Oploo

 

 

In 1929 werkt Hendrik van de Leur, voor het eerst als zelfstandig architect, aan de parochiekerk van Oploo, in het oosten van Noord-Brabant. De parochiekerk is in de loop der jaren te klein geworden voor de geloofsgemeenschap en dient vergroot te worden. Van de Leur kiest ervoor om de stijl van de kerk, neogothiek, te behouden en ontwerpt met behoud van toren, delen van het schip en priesterkoor een breed middenschip voor de kerk. Hij bereikt dit door het transept te 'herhalen' in het schip van de kerk, en de tussenruimte tussen de zo ontstane twee transepten te vullen met een lagere aanbouw. Duidelijk is te zien dat hij zich aanpast aan de vormentaal die al in de kerk aanwezig is. Ook zijn uitbreiding van de kerk in Beugen (1932) is op dezelfde voorzichtige wijze gedaan. Later in Berlicum (1933), zou hij veel meer zijn eigen stempel drukken op het karakter van de uitbreiding. Achter het priesterkoor worden de nevenruimtes anders ingedeeld en uitgebreid. Op de plaats van de oude sacristie ontwerpt Van de Leur "Kinderkapellen" en in de kooromgang komen nieuwe ruimtes waarvan één dienst gaat doen als sacristie.

 

 

 

 

 

 

 

Ontwerp uitbreiding

(archief Van de Leur)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De plattegrond toont een ruimte die geschikt is om in het midden van de kerk een altaar te plaatsen, men noemt dit centraalbouw. Daar is in de jaren '30 wel mee geëxperimenteerd door verschillende architecten. Van de Leur echter plaatst de bankenblokken traditioneel in het schip, alle aandacht is bestemd voor het priesterkoor, op de traditionele plaats. Compagnon en leermeester Dom Bellot ontwerpt overigens in deze periode twee kerken waarbij het altaar wél op een afwijkende plaats te vinden is: De kloosterkerk van Vanves (Parijs) waar het altaar in het midden van een T vorm is geplaatst en de kloosterkapel van Kraainem (bij Brussel) waar de kerkzaal de vorm heeft van een L.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Interieur, omstreeks 1935

 

 

De foto's zijn afkomstig uit het persoonlijk archief van Van de Leur, en van A.W.A. Lukassen en A.A. Lukassen, zomer 2012